19 research outputs found

    Second Language Prosody: Intonation and rhythm in production and perception

    Get PDF
    De melodie en het ritme van een vreemde taal leren: kan dat? En wat als je het fout doet? Lieke van Maastricht, MA Goed nieuws voor vreemde taalsprekers: hoewel het leren van de melodie en het ritme van een vreemde taal niet makkelijk is, word je er wel beter in wanneer je algemene taalvaardigheidsniveau toeneemt. Zelfs als je fouten maakt, hoeft dit niet tot miscommunicatie te leiden. De meeste mensen leren een vreemde taal door middel van taallessen. In zo’n context krijgt men, naast grammatica en vocabulaire, doorgaans vooral uitleg over de individuele klanken van die taal. Tijdens de Spaanse les leren Nederlanders bijvoorbeeld dat ze hun ‘r’ moeten laten rollen, omdat dit typisch Spaans klinkt. En als we Engels leren op school, wordt er veel aandacht besteed aan de ‘th’ klank. Een onderwerp dat nauwelijks aan bod komt in dergelijke lessen, is de melodie en het ritme van de vreemde taal, ook wel de prosodie genoemd. Dit is opmerkelijk, omdat we wél intuïtief een beeld hebben bij deze aspecten van verschillende talen. Van het Zweeds wordt bijvoorbeeld gezegd dat het zo mooi zangerig klinkt en het ritme van het Italiaans wordt vaak ‘staccato’ genoemd. Daarnaast kan de melodie van spraak ook betekenis hebben. Zo is er in het Nederlands een verschil in betekenis tussen een zin met een dalende melodie (Jan spreekt Spaans.) en een zin met een stijgende melodie (Jan spreekt Spaans?). Kennelijk zijn het ritme en de melodie belangrijk voor de identiteit van die talen en brengen ze belangrijke informatie over, maar waarom krijgen we hier dan geen uitleg over tijdens de taalles? En is dat erg? Daarom heb ik onderzocht of volwassenen die een vreemde taal leren zonder expliciete instructie toch in staat zijn om de melodie en het ritme van die taal te leren. Daarnaast bekeek ik of het maken van fouten in de prosodie van een vreemde taal kan leiden tot complicaties in de communicatie tussen vreemde- en moedertaalsprekers. Uit mijn onderzoek blijkt dat het moeilijk is voor zowel Nederlanders die Spaans leren als Spanjaarden die Nederlands leren om de melodie en het ritme van de vreemde taal onder de knie te krijgen. Spraakanalyses laten zien dat men vaak de melodische en ritmische patronen van zijn of haar moedertaal blijft gebruiken in de te leren taal. Omdat er grote verschillen tussen talen bestaan op dit vlak, leidt dit tot een niet passende prosodie in de vreemde taal. Zelfs in de spraak van gevorderde vreemde taalsprekers zijn de melodie en het ritme vaak nog aanzienlijk verschillend van de prosodie van moedertaalsprekers. Om te kijken of deze ‘fouten’ in de melodie en het ritme van vreemde taalsprekers ook leiden tot moeilijkheden in de communicatie met moedertaalsprekers heb ik meerdere experimenten uitgevoerd. Hieruit blijkt dat spraak met foutieve prosodie door moedertaalsprekers als meer ‘buitenlands’ wordt bestempeld en dat zij aangeven dat ze deze spraak ook moeilijker te begrijpen vinden dan spraak met correcte prosodie. Dit betekent dat moedertaalsprekers intuïtief duidelijk een verschil horen tussen moedertaalsprekers en vreemde taalsprekers op basis van het ritme en de melodie van de spraak. Opmerkelijk is echter, dat als we kijken naar hoe snel moedertaalsprekers spraak met correcte en incorrecte prosodie verwerken, er geen verschil gevonden wordt tussen de snelheid waarmee zij beide soorten spraak interpreteren. Dus de ‘foute’ prosodie van een spreker van een vreemde taal hoeft niet per se te betekenen dat de communicatie met moedertaalsprekers in het gedrang komt

    Reporting and Comment Clauses: A Cross-linguistic Study

    No full text
    In this thesis, the syntactic and semantic properties of comment and reporting clauses in Germanic (Dutch, English and German) and Romance (French and Spanish) languages are investigated by means of two questionnaires. It is shown that Romance and Germanic comment and reporting clauses share many of their more general properties, such as the ability to accept different subject, verb, tense, auxiliary and adverbial types. However, some characteristics only appear to be language(family)-specific, such as the possibility of negation in comment and reporting clauses and negative concord and the fact that subject-verb inversion is strongly preferred in Spanish and obligatory in French, but is not in any of the Germanic languages. Furthermore, it is demonstrated that comment and reporting clauses can best be accounted for by a parenthetical analysis, which assumes that the comment or reporting clause and the associated clause are generated separately and later joined together. By adding the projections Ev(identical)P(hrase) and Ep(istempic)P(hrase) it is also possible to express their possible modal functions. Evidence is also presented against other analyses, such as Ross’s (1973) slifting analysis.

    Prominence Patterns in a Second Language:Intonational Transfer From Dutch to Spanish and Vice Versa

    No full text
    This research describes the production of prosodic cues to mark information structure in Spanish and Dutch. It compares speech by native (L1) and second language (L2) speakers and investigates prosodic transfer from the L1 to the L2, L2 proficiency as a factor in transfer effects, and transfer from the L2 to the L1. The results confirm that Spanish and Dutch natives use different prosodic cues to mark information status. Comparison of L1 and L2 data reveals that these prosodic differences lead to transfer from the L1 to the L2. The proficiency level of the speaker modulates transfer effects. To some degree, pitch accents used to mark focus appear to be transferred from the L2 to the L1 as well

    Native speaker perceptions of (non-)native prominence patterns:Effects of deviance in pitch accent distributions on accentedness, comprehensibility, intelligibility, and nativeness

    No full text
    This research investigates how deviance in focus marking by means of pitch accent distributions by native and non-native speakers affects native speaker perceptions. It shows that non-native speech is rated as less nativelike, more foreign accented and more difficult to understand than native speech, with speakers’ proficiency as a modulating factor. Even when controlling for segmental deviance, native listeners could distinguish between two utterances that only differed in whether their focus distribution matched their original elicitation context or not, and found the matched utterance more nativelike than the mismatched utterance, based solely on prosodic cues. However, a reaction times experiment reveals that this preference did not influence the processing time of native Dutch utterances with or without prosodic deviance by native listeners. There was a significant difference between reaction times for non-native and native stimuli, but this is most likely due to the slower speech rate of non-native speech
    corecore